AVANTAGE 1V120 - Installatie

Bediening: opening

1
Ontgrendeling 1V
Manueel:
Steek de sleutel in het deurslot. Draai 20° linksom: de deur gaat open. Verwijder de sleutel.
Afstandsgestuurd:
Afstandsgestuurd door een stroomimpuls of een stroomonderbreking op de magneet (optie VD/VM).
2
Ontgrendeling 2V
Manueel:
Steek de sleutel in het deurslot. Draai 20° linksom: de deur gaat open. Verwijder de sleutel.
Afstandsgestuurd:
Afstandsgestuurd door een stroomimpuls of een stroomonderbreking op de magneet (optie VD/VM).

Bediening: sluiting

1
Herwapening 1V
Manueel:
Draai de sleutel 20° rechtsom en verwijder de sleutel. Duw op de terugslagbeveiliging. Trek de deur (met de metalen profiel) dicht.
2
Herwapening 2V
Manueel:
Duw op de 2 terugslagbeveiligingen om ze uit te schakelen.
3
Draai de sleutel 20° rechtsom en verwijder de sleutel. Trek de 2 deuren gelijktijdig met de metalen profielen dicht. Zorg ervoor dat de 2 deuren in elkaar haken zoals afgebeeld.
4
Herwapening ME
Manueel:
Draai de sleutel 20° rechtsom en verwijder de sleutel. Duw op de terugslagbeveiliging. Trek de deur (met de metalen profiel) dicht.
Afstandsgestuurd:
Geef spanning aan de herwapeningsmotor voor min. 90 sec. (respecteer hierbij de aangegeven spanning 24 of 48 Vdc).
De motor stopt automatisch met draaien als de klep gesloten is.
Tussen elke herwapeningscyclus dient 90 sec. gelaten te worden.

Elektrische bekabeling

1
De elektrische aansluiting kan gebeuren via de 4 hoeken van de klep.
2
Doorboor het vuurvast materiaal ter hoogte van de uitsparing in de gekozen hoek(en). Het metalen deel is reeds uitgespaard.
Opgelet: na het trekken en bevestigen van de kabels, is het nodig om het geboorde gat in de vuurvaste platen af te dichten rond de elektrische kabels met brandwerende mastieklijm (bijv. BCM).
3
Prik de opening door in het aansluitingscompartiment. Monteer de bijgeleverde kabel-tule.
4
Voer de bedrading door de geboorde opening. Gebruik de meegeleverde beschermmouw (1), clipsen (2) en trekontlasting (3) om de bedrading te bevestigen aan de kader. Voer de bedrading door de tule (4) in het aansluit compartiment en sluit aan volgens het aansluitschema.
Respecteer de installatieregels vastgelegd in het artikel 6.1 van NF S 61-932.

Positie in het kanaal

1
De luiken worden op een kraag bevestigd. Deze kan worden geplaatst ofwel in het kanaal, in de as van het kanaal, buiten het kanaal of de kanaaluitbreiding.

Schokdempers voor de deurtjes

1
Schokdempers (schuim) worden standaard geleverd met het luik. Ze kunnen aan de binnenzijde van het deurtje worden bevestigd om te voorkomen dat deze tijdens het openen tegen de wand van het kanaal botst.
2
Zorg ervoor dat deze blokken op de juiste afmetingen worden gesneden, zodat de terugslagbeveiliging wordt geactiveerd bij het openen van de deur.

Plaatsing in verticale schacht beton met inbouwkader

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Beton ≥ 70 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
In geval van het vastschroeven van de inbouwkader:
Maak een opening met afmeting (B+20) x (H+20) mm.
In geval van het vastmetselen van de inbouwkader:
Maak een opening met afmeting (B+20) x (H+20) tot (B+100) x (H+100) mm.
2
De inbouwkader moet altijd met schroeven en pluggen aan het betonnen kanaal vastgemaakt worden. Gebruik hiervoor Ø6 x minimum 60 mm, staal of roestvast staal.
Voor een opening met afmetingen tot (B+20) x (H+20) mm:
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen het kanaal en zet de inbouwkader vast in de opening met 4 schroeven Ø6 x 60 mm. Deze schroeven kunnen in een van de daarvoor bestemde openingen in de plaatjes worden bevestigd, afhankelijk van de dikte van de kanaalwand. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
Voor een opening met afmetingen tot (B+100) x (H+100) mm:
Breng mortel aan rond de opening om de opening naar de buitenafmetingen van de inbouwkader te verkleinen. Ga dan verder zoals hierboven vermeld om de inbouwkader aan de opening vast te maken. Zorg ervoor dat de ruimte tussen kader en opening volledig is afgedicht met mortel.
De mortel moet volledig uitdrogen vooraleer de klep aan de inbouwkader wordt vastgemaakt.
3
Leg de schroeven, die op een van de dwarslatten zijn bevestigd, opzij. Schroef vervolgens de 4 dwarslatjes van de inbouwkader los en plooi de 8 bevestigingsplaatjes in de kader.
4
Verdraai de vier vastzettingsplaatjes op het luik 90° naar de opstaande stand.
5
Open en positioneer het luik in de inbouwkader. In het geval van een VM magneet: verwijder de sleutel uit het slot om de klep te openen.
Schroef het luik vast op de inbouwkader met de 4 meegeleverde schroeven, zoals aangegeven op de tekening. Bij het aandraaien van de schroeven wordt het luik tegen de wand aangedrukt. Het is ook mogelijk om de hoek van het luik t.o.v. de inbouwkader licht te corrigeren.
Sluit het mechanisme aan volgens het aansluitschema.
Test de goede werking van de klep.

Plaatsing in verticale schacht beton zonder inbouwkader

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Beton ≥ 70 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Verdraai de vier vastzettingsplaatjes op het luik 90° naar de opstaande stand.
De bevestigingsplaatjes worden niet gebruikt bij een installatie zonder inbouwkader.
2
Maak een opening met afmeting (B+10) x (H+10) mm.
Open en positioneer de klep in de opening. In het geval van een VM magneet: verwijder de sleutel uit het slot om de klep te openen.
Bevestig de klep in de opening met 4 schroeven en pluggen Ø6 x 40 mm.
Sluit het mechanisme aan volgens het aansluitschema.
Test de goede werking van de klep.

Plaatsing in verticaal kanaal met inbouwkader: algemene richtlijnen voor alle types kanalen (behalve beton)

1
Maak een opening met afmeting (B+A) x (H+A) mm. A = 2 x dikte kraag (e) + 20 mm.
Plaats een kraag uit hetzelfde materiaal en dezelfde dikte als de schacht (dikte e) met een diepte van minimum 105 mm in de opening.
Zie details per type schacht hierna.
2
Maak de inbouwkader vast en dicht af volgens de details per type kanaal hierna.
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen de schacht. Indien de EASY-KAP wordt geschroefd, bevestig hem vast aan de kraag met spaanplaatschroeven (Ø 6 x e) mm. Deze schroeven kunnen in een van de daarvoor bestemde openingen worden bevestigd, afhankelijk van de diepte van de kraag.
Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
3
Leg de schroeven, die op een van de dwarslatten zijn bevestigd, opzij. Schroef vervolgens de 4 dwarslatjes van de inbouwkader los en plooi de 8 bevestigingsplaatjes in de kader.
4
Verdraai de vier vastzettingsplaatjes op het luik 90° naar de opstaande stand.
5
Open en positioneer het luik in de inbouwkader. In het geval van een VM magneet: verwijder de sleutel uit het slot om de klep te openen.
Schroef het luik vast op de inbouwkader met de 4 meegeleverde schroeven, zoals aangegeven op de tekening. Bij het aandraaien van de schroeven wordt het luik tegen de wand aangedrukt. Het is ook mogelijk om de hoek van het luik t.o.v. de inbouwkader licht te corrigeren.
Sluit het mechanisme aan volgens het aansluitschema.
Test de goede werking van de klep.

Plaatsing in verticaal kanaal (zonder inbouwkader): algemene richtlijnen voor alle types kanalen (behalve beton)

1
Verdraai de vier vastzettingsplaatjes op het luik 90° naar de opstaande stand.
De bevestigingsplaatjes worden niet gebruikt bij een installatie zonder inbouwkader.
2
Maak een opening met afmeting (B+A) x (H+A) mm. A = 2 x dikte kraag (e) + 10 mm.
Plaats een kraag uit hetzelfde materiaal en dezelfde dikte als de schacht (dikte e) met een diepte van minimum 105 mm in de opening.
Open en positioneer de klep in de opening. In het geval van een VM magneet: verwijder de sleutel uit het slot om de klep te openen.
Bevestig de klep in de opening met 4 schroeven Ø6 x 40 mm.
Opgelet: zorg ervoor dat de schroeven niet uitsteken voorbij de dikte van de kraag!
Sluit het mechanisme aan volgens het aansluitschema.
Test de goede werking van de klep.

Plaatsing in verticaal kanaal PROMATECT L500

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Promatect L500 ≥ 40 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Promatect L500 ≥ 50 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Niet de kraagonderdelen aan elkaar en bevestig de kraag aan de kanaalwand met nietjes.
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm type Promacol S.
Dicht de inbouwkader af met Promacol S. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Niet de kraagonderdelen aan elkaar en bevestig de kraag aan de kanaalwand met nietjes.

Plaatsing in verticaal kanaal GEOFLAM (LIGHT) / GEOTEC

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Geoflam ≥ 35 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Geoflam ≥ 45 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Geoflam Light ≥ 35 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Geotec ≥ 45 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm type PLACOL (indien Geoflam) of GEOCOL (S) (indien Geotec).
Bij gebruik van Geotec kan u ook de kraag zelf aan de kanaalwand bevestigen met lijm en schroeven Ø 5 x (2 x e) mm in stappen van 100 mm.
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel of met GEOCOL (S) (indien Geotec).
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen de kraag. Voorzie de opening van een mengsel van plaaster en sisal vezel of GEOCOL (S) en bevestig met schroeven van Ø 5 x e mm (indien Geotec) om de inbouwkader te monteren. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm type PLACOL (indien Geoflam) of GEOCOL (S) (indien Geotec).
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel of met GEOCOL (S) (indien Geotec).
Bij gebruik van Geotec kan u ook de kraag zelf aan de kanaalwand bevestigen met lijm en schroeven Ø 5 x (2 x e) mm in stappen van 100 mm.

Plaatsing in verticaal kanaal TECNIVER

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Tecniver ≥ 45 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Tecniver ≥ 50 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Lijm de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand met lijm type CF GLUE. Bevestig de kraag met spaanplaatschroeven van Ø5 x 70 mm in stappen van 150 mm.
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen de kraag. Voorzie de opening van lijm CF GLUE en lijm de inbouwkader vast in de opening. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Lijm de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand met lijm type CF GLUE. Bevestig de kraag met spaanplaatschroeven van Ø5 x 70 mm in stappen van 150 mm.

Plaatsing in verticaal kanaal GLASROC F V500

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Glasroc F V500 ≥ 50 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Lijm de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand met lijm type GLASROC F V500. Bevestig de kraag met spaanplaatschroeven van Ø5 x 70 mm in stappen van 150 mm.
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen het kanaal. Voorzie de opening van lijm GLASROC F V500 en lijm de inbouwkader vast in de opening. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Lijm de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand met lijm type GLASROC F V500. Bevestig de kraag met spaanplaatschroeven van Ø5 x 70 mm in stappen van 150 mm.

Plaatsing in verticaal kanaal EXTHAMAT

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Exthamat ≥ 35 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Exthamat ≥ 30 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm.
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel.
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen het kanaal. Voorzie de opening van een mengsel van plaaster en sisal vezel om de inbouwkader te monteren. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm.
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel.

Plaatsing in verticaal kanaal DESENFIRE (HD/THD/STR)

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Desenfire HD ≥ 35 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Desenfire ≥ 45 mm | EI 120 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
  • Desenfire THD ≥ 25 mm | EI 90 (ved i o) S 1500 AA multi | Avantage 120 | Installatiemethode: in kanaal/op schacht gemonteerd 0/180°. Minimale tussenafstand toegestaan. | 300x385 mm ≤ Avantage 1V ≤ 700x1075 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 2V ≤ 1100x1105 mm; 350x385 mm ≤ Avantage 1V ME ≤ 700x1075 mm
1
Plaatsing met inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm, type FACILIS.
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel.
Twee bevestigingsplaatjes zijn voorzien aan onder en bovenzijde van de inbouwkader: plooi deze tegen het kanaal. Voorzie de opening van een mengsel van plaaster en sisal vezel om de inbouwkader te monteren. Zorg ervoor dat de inbouwkader hierbij niet vervormt. De afgewerkte opening moet dezelfde afmetingen hebben als de inbouwkader (B+10) x (H+10) mm.
2
Plaatsing zonder inbouwkader:
Voorzie de groeven van de opening van plaasterlijm, type FACILIS.
Dicht de naden tussen de opstaande en dwarse balken en tussen de kraag en de kanaalwand af met een mengsel van plaaster en sisal vezel.

Plaatsing met minimale tussenafstanden

1
De luiken mogen op minimale tussenafstand gemonteerd worden boven of naast elkaar, indien ze gemonteerd zijn in aparte kragen uit kanaalmateriaal met de gewenste brandweerstand. Het is aangeraden om de configuratie niet groter dan 4 x 2 (B x H) te maken.
2
Als meerdere luiken op minimale tussenafstand gemonteerd worden, dan moeten de draag- en versterkingspunten van het kanaal worden aangepast in verhouding tot het toegenomen gewicht. De plaatsing van het kanaal dient steeds te gebeuren conform het classificatierapport van de kanaalfabrikant.
3
Bij montage van meer dan 2 luiken in een betonnen schacht is het nodig om een doorlopende wapening te voorzien in de verticale kolommen van minimum 4 x Ø 8 mm.

Algemene opmerkingen

  • De plaatsing dient steeds te gebeuren conform het installatievoorschrift en het classificatierapport.
  • De plaatsing van het rookbeheersingskanaal dient steeds te gebeuren conform het classificatierapport van de fabrikant.
  • Stand van de as: zie prestatieverklaring.
  • Vermijd obstructie van aansluitende rookbeheersingskanalen.
  • Kijk na of het klepblad vrij kan bewegen.
  • Rf-t rookbeheersingskleppen mogen geplaatst worden in rookbeheersingskanalen die, naar gelang het geval, getest werden volgens EN 1366-8 en EN 1366-9, en die gemaakt zijn uit gelijksoortig materiaal met een brandweerstand, dikte en dichtheid gelijk aan of groter dan deze van het geteste materiaal.
  • Opgelet: tijdens de plaatsing moet het product voorzichtig behandeld worden en beschermd blijven tegen afdichtingsproducten.
  • Opgelet: voor het opstarten van het systeem moeten stof en vuil verwijderd worden.
  • Opgelet: hou rekening met de minimale vrije ruimte bij het openen van het klepblad in een rookbeheersingskanaal.